Vrijheid van religie en tolerantie zijn altijd een belangrijk principe geweest in Scientology. Het Credo van Scientology, op 18 februari 1954 geschreven door L. Ron Hubbard, de Grondlegger van de Scientology religie, stelt:
Wij van deze Kerk geloven: Dat alle mensen het onvervreemdbare recht hebben hun eigen religie in praktijk te brengen.
Ron Hubbard maakte zich in zijn geschriften en lezingen regelmatig sterk voor het promoten en beschermen van vrijheid van religie en tolerantie voor alle geloven. Zo schreef hij bijvoorbeeld in De Weg naar een Gelukkig Leven, een niet-religieuze morele code:
Welk advies je een ander ook geeft op dit gebied, het is het veiligst als dat eenvoudig iemands recht benadrukt om te geloven wat hij zelf verkiest. Het staat iemand vrij om zijn eigen overtuiging zodanig naar voren te brengen, dat anderen die accepteren. Maar hij neemt een risico als hij de overtuiging van anderen bekritiseert, en hij neemt een nog veel groter risico als hij hen aanvalt en probeert te benadelen op grond van hun geloofsovertuiging. [1]
En dus heeft de Scientology kerk zich gedurende haar hele bestaan sterk gemaakt om vrijheid van religie voor iedereen ter wereld te promoten en te beschermen. Scientologen zijn toegewijd aan dit principe zoals blijkt uit hun plechtige gelofte “vrijheid van religie te ondersteunen” voor het welzijn van allen.[2]
[1] De Weg naar een Gelukkig Leven, ¶ 18, L. Ron Hubbard, 1981. See http://www.dewegnaareengelukkigleven.nl/thewaytohappiness/precepts/respect-the-religious-beliefs-of-others.html.
[2] De Code van een Scientoloog, ¶ 12.