Evenzeer als het noodzakelijk was de moderne academische definitie van religie zodanig bij te stellen dat deze ook religieuze praktijken en geloofsovertuigingen omvat die buiten de kaders van de westerse monotheïstische tradities vallen, moest ook de moderne academische definitie van het begrip “eredienst” worden verruimd ten opzichte van de westerse context om tevens de gebruiken van oosterse religieuze en spirituele tradities te omvatten.
Historisch en wereldwijd gezien wordt een student theologie geconfronteerd met een groot aantal uiteenlopende “handelingen en gedrag van eredienst”. Bij de kosmische religieuze gebruiken van inheemse volkeren was de eredienst gericht op het kosmische ritme van de natuur en de Schepper. Nagenoeg alles wat in de gemeenschap gebeurde – van jagen tot planten, van geboorte tot dood – werd voorafgegaan door een ritueel of een vorm van eredienst. In de historisch-religieuze tradities van het westen waren gebed en ritueel de centraal staande handelingen bij eredienst. Hierbij kwam de verering op uiteenlopende wijze tot uiting: van het vijfmaal per dag in gebed Allah herdenken tot het in herinnering roepen van het verbond met Jahweh op de heilige dagen, en het consacreren van het “Lichaam van Christus” tijdens de dagelijkse missen van het rooms-katholieke geloof. In de oosterse tradities kan eredienst bestaan uit stille meditatie van een yogi in de eenzaamheid van het Himalaya-gebergte, of het herhaaldelijk scanderen van hemelwaarts gerichte jaïns ten overstaan van het beeld van een “tot wezenlijkheid gekomen ziel”, of de ingewikkelde Shinto rituelen ten overstaan van de “kami” die aanwezig zijn in elke waterdruppel en in ieder blad aan een boom, of de een week durende diensten van “zang en gebed” van de Tibetaanse boeddhisten die het idee van een god als Schepper afwijzen. Eredienst, als algemeen begrip, wordt door moderne studenten theologie gedefinieerd als een reeks religieuze handelingen die de vereniging met het onzichtbare Heilige bevorderen of de aandacht hierop richten. In wereldwijd en historisch perspectief gezien gaat het hierbij om een veelheid aan handelingen en gedragswijzen.
Binnen de Scientology Kerk vinden we een groot aantal activiteiten die het karakter hebben van eredienst. Handelingen die zijn ingesteld om de vereniging met en het zich richten op het Heilige te bevorderen. Deze kunnen worden vastgesteld in hun auditingproces (hierboven omschreven) en in hun opleiding en training. Auditing is het proces waarbij iemand de weg aflegt van “preclear” naar “Clear” en hoger; het is de Scientology manier om het bewustzijn te bevorderen van zichzelf als onsterfelijk spiritueel wezen, de thetan – die onzichtbare dimensie die centraal staat in de religieuze beleving. Maar net zo belangrijk binnen Scientology is opleiding en training. Door auditing wordt men vrij; door opleiding en training blijft men vrij en leert men “het doel te bereiken omstandigheden in het leven te verbeteren”.
Zoals we al eerder hebben aangegeven, komen de vormen van eredienst binnen een bepaalde religieuze traditie overeen met de beleving van wat heilig en/of ultiem is. Bij Scientology vormt het geheel van opleiding en training de activiteit die het mogelijk maakt dat men de Acht Drijfveren doorloopt naar de achtste drijfveer, Oneindigheid. Het geheel van opleiding en training wordt binnen Scientology niet gevormd uit willekeurig te volgen elementen en bestaan evenmin alleen maar uit “leren”. Het is veeleer het doorlopen van een exacte volgorde erin – in eigen tempo en volgens een “aftekenblad” – om de essentiële kennis te verwerven alsmede de vaardigheid om die kennis in het dagelijks leven toe te passen. Scientology biedt een verscheidenheid aan cursussen, van introductiecursussen tot cursussen die “kennis verschaffen over de fundamentele bekwaamheden van de thetan”.
Bekendere vormen van eredienst vinden we in de gemeenschappelijke rituelen die plaatsvinden wanneer scientologen bijeenkomen voor riten en ceremoniën. De Scientology literatuur beschrijft riten en rituelen die belangrijke gebeurtenissen tijdens de levenscyclus markeren: geboorte, doop, huwelijk, en dood. Deze riten en rituelen verbinden deze gebeurtenissen met de geheiligde diepten van het leven, zoals de Scientology gemeenschap die ziet. (Zie L. Ron Hubbard, The Scientology Religion [De Scientology Religie], Londen, 1974 voor beschrijvingen van een aantal van deze riten en rituelen). Deze levenscyclus-rituelen van Scientology kennen hun analoge gebruiken in vrijwel alle andere religieuze tradities. Zulke rituelen geven uiting aan de overtuiging dat het menselijk leven is verbonden met onzichtbare spirituele dimensies, die moeten worden herkend en erkend om het menselijk leven de staat van volledigheid en vervulling te laten bereiken.
Handelingen van eredienst kunnen zowel een persoonlijk als een gemeenschappelijk karakter hebben. Dit is wellicht het duidelijkst in relatie tot gebed, maar het is ook het geval bij meditatieve handelingen en spirituele activiteiten. Of het nu gaat om een soefi die alleen zit te bidden, of om een wervelende gebedsdans samen met anderen, men is bezig met een handeling van eredienst. Of het nu een eenzame boeddhist is op een glooiende helling in diepe meditatie verzonken, of het gemeenschappelijk zingen van een sutra, het gaat in beide gevallen om handelingen van eredienst.
Maar binnen Scientology staat, net als bij de oosterse bewustwordingstradities, de persoonlijke inspanning centraal. Dit proces van bewustwording, of ontplooiing naar totale spirituele vrijheid, is binnen Scientology gebaseerd op auditing en training.
Binnen Scientology treffen we zowel persoonlijke als gemeenschappelijke handelingen van eredienst aan. Maar binnen Scientology staat, net als bij de oosterse bewustwordingstradities, de persoonlijke inspanning centraal. Dit proces van bewustwording, of ontplooiing naar totale spirituele vrijheid, is binnen Scientology gebaseerd op auditing en training. Het is analoog aan de “goeroe-volgeling” relatie in de oosterse tradities. Bij de “goeroe-volgeling” relatie zijn de belangrijkste handelingen van eredienst innerlijke handelingen die, in het hindoeïsme, de ontwikkeling bevorderen tot verwezenlijking van de atman, de ziel, wat tevens het Ultieme is. Er kan een verband worden gelegd tussen deze innerlijke handelingen en bepaalde uiterlijke handelingen, zoals yoga-houdingen of ademtechnieken, of zelfs met sommige andere innerlijke verrichtingen zoals het visualiseren van een beeld. Deze innerlijke spirituele impulsen kunnen kortere of langere tijd in beslag nemen en maken deel uit van de handelingen van eredienst van de gelovige. Bij veel oosterse tradities kunnen de ascetische en meditatieve vormen van training en gehoorzaamheid – die dienen om de spirituele bewustwording te vergroten – bij iemand soms vele maanden of zelfs jaren in beslag nemen, of plaatsvinden in essentiële afzondering als eenmaal richting is aangegeven door de leermeester. Ook wanneer de uitoefening plaatsvindt in afzondering, houdt deze nog steeds verband met het leven in een gemeenschap door gemeenschappelijke overtuiging, geloof en handelingen. Bij Scientology is dit de passende context voor auditing en training, waarbij de relatie tussen de religieus raadsman en de individuele nieuweling cruciaal is. Ook hier is er een analogie met de geestelijk leider in de christelijke kloostertradities, de dominee in de protestantse tradities, de goeroe in de hindoeïstische tradities, de lama in de Tibetaans-boeddhistische tradities.
In Scientology zijn deze innerlijke en spirituele handelingen, die horen bij auditing en training teneinde iemands spirituele aard te doen ontplooien, ook gekoppeld aan groei in religieuze kennis en vorming. In de context van Scientology gaat het hierbij primair om het bestuderen van de geschriften en opgenomen lezingen van L. Ron Hubbard over Dianetics en Scientology. (Maar ook om de cursussen die hij heeft samengesteld en de films waarvoor hij het script schreef en die hij regisseerde.) Ook deze koppeling tussen spirituele uitoefening en bestudering van de geschriften wordt bij allerlei andere tradities teruggevonden. De klassieke hindoe-yogi betracht tegelijkertijd soberheid en leest zijn Veda’s. De devote moslim leest zijn Koran en houdt zich aan de ramadan. Deze handelingen worden geacht elkaar te versterken bij het volgen van het spirituele pad.
Conclusie: In het licht van deze beschouwing over de gebruiken en handelingen binnen Scientology kom ik tot de conclusie dat bij Scientology bijeenkomsten sprake is van handelingen van eredienst, overeenkomstig de definities van de moderne religieuze wetenschap. De handelingen van scientologen tijdens hun bijeenkomsten voldoen aan de patronen en gebruiken die in het religieuze leven van de mens voorkomen.
M. Darrol Bryant
26 september 1994