III. Rituele praktijken

1. De theoretische formulering van de thetan heeft ook rituele consequenties. Onder voorbehoud kunnen we spreken van een ware en echte verheerlijking van de thetan, waarbij we in beschouwing nemen dat het concept van de thetan het concept is dat Scientology uniek maakt. Met andere woorden: liturgische formaliteiten, religieuze diensten, geestelijken, symbolismen, enz. vormen allemaal wat we kunnen definiëren als bijkomstigheden, vergeleken met de thetan, waarbij de rite van erkenning van de thetan (de “auditing” waarover ik later zal spreken) fundamenteel is. Deze “bijkomstigheden” kunnen we ook als simpelweg geleend van de christelijke religie beschouwen, hoewel Scientology naar een “vergelijkende religie” neigt.

Ze komen in feite niet voort uit twee verschillende bronnen, want “vergelijkende religie” is alleen maar de onbewuste reductie van niet-Europese of pre-christelijke culturele expressies voorafgaand aan de christelijke religieuze thematiek (tenminste op de manier waarop Hubbard de term “vergelijkende religie” gebruikt). Wat betreft het oosterse beeld van het religieuze onderwerp, dat de nadruk legt op de thetan (het zelf) in plaats van een God of enige andere bovenmenselijke macht, wordt Scientology toch gevalideerd en legitiem bevonden in fenomenologische zin, zowel vanwege het “goddelijke” karakter dat aan de thetan wordt toegekend (wat hoe dan ook bovenmenselijk is) als de formele en substantiële analogieën die er naast het christendom zelf, met name bij oosterse religies bestaan.

De rituelen van Scientology omvatten in ieder geval ook de praktijken van naamgeving (in plaats van doop), huwelijks- en begrafenisplechtigheden, naast de praktijken die gericht zijn op het erkennen van de thetan en zijn universele relaties (met name auditing en ten dele de kerkdienst).

2. Auditing is fenomenologisch een inwijdingsritueel, hoewel het op alle niveaus van de Scientology religie gedaan wordt. Ze is het aanvangsritueel in Scientology waar men voor het eerst kennis over de thetan opdoet. Het subjectieve oordeel in Scientology kan verschillen van het objectieve oordeel van de religieuze fenomenologie; de Scientology literatuur geeft er in feite de voorkeur aan om auditing meer te presenteren als “pastorale counseling” dan als een ritueel, wanneer ze vergeleken wordt met de christelijke religie lijkt ze meer op de handelingen van een spirituele raadgever (zelfs als het binnen het gebied van de katholieke biecht ligt) dan op de “sacramentele” handelingen van een priester. Dit komt omdat iedereen in staat moet zijn zichzelf als thetan te leren kennen en dit subjectief te weten te komen. Het proces heeft iets weg van een psychoanalytische behandeling, maar scientologen vergelijken het liever met Zen praktijken.

Het auditing ritueel wordt in "sessies" met een bepaalde duur gedaan. De geestelijke wordt “auditor” genoemd; degene die geauditeerd wordt “preclear”. De terminologie die op auditing gebaseerd is, verwijdert zoveel mogelijk het inwijdingsaspect van het ritueel, alsof het, in plaats van een inwijdingsritueel, informele counseling was, hoewel deze tot bevrijding leidt. De aanduiding van degene die ingewijd wordt, komt terug in de betekenis van het woord “preclear” – iemand die nog niet Clear is maar daar naar streeft.

De inwijding gebeurt stapsgewijs, net als in de oude mystieke religies en het christendom, waar de perfectie geleidelijk aan plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld bij het baptisme, de confirmatie en de eucharistie; net zoals bij de aanvangsrituelen van het christendom en hun bekrachtiging en toelating tot de communie die het lichaam fysiek met het lichaam van Christus verenigt.

Het proces om iemand van het eerste niveau van preclear naar het niveau van Clear en verder te brengen wordt als een bevrijdend proces (“release”) beschouwd, wat ook de aanduiding is van de persoon die dit proces doet, waarvan, tot aan de staat van Clear, elke stap een “graad van release” wordt genoemd.

De Clear is de “heilige”, of aspirant voor de “staat van heilige” die de Scientologen liever vergelijken met het boeddhistische Arhat (de “eerbiedwaardige”) en de Boddhisattva, degene die de staat van Boeddha heeft bereikt, maar in het wereldse blijft om anderen te helpen deze staat te bereiken. De Clear wordt echter ook vergeleken met een “computer”, in die zin dat hij het vermogen heeft verkregen om elk probleem zonder misemoties op te lossen, mits hij alle gegevens heeft. Deze vergelijking met de computer wordt verder in de gehele leer van Scientology gebruikt – die ze zelf als de “religie van het ruimtetijdperk” definiëren.

Ze hebben het ook over de “elektrometer” die door Hubbard is uitgevonden en die we kunnen beschouwen als een liturgisch instrument van de moderne tijd, gekenmerkt door elektronica. Het is een elektronisch meetinstrument, dat op objectieve wijze de spirituele arbeid aangeeft en de daaropvolgende graad van release die door een preclear tijdens een auditingsessie wordt bereikt.

De Scientology “preek” die de kern van de dienst inhoudt, legt geen dogma op en dreigt niet met hel en verdoemenis; ze is een soort rationele uiteenzetting.

3. De religieuze dienst die in Scientology kerken wordt gegeven, verschilt niet veel van de diensten die in de verschillende in Amerika werkzame protestantse geloofsgemeenschappen plaatsvinden. De Scientologen tonen hun uniciteit niet zozeer in de vorm als wel in de inhoud. De Scientology “preek” die de kern van de dienst inhoudt, legt geen dogma op en dreigt niet met hel en verdoemenis; ze is een soort rationele uiteenzetting. Dogma wordt vervangen door de axioma’s van Hubbard en de enige “dreiging” is de “hel in het leven” die het gevolg is van het niet toepassen van de Scientology principes. De Scientology dienst omvat ook een gebed, wat een formeel beroep is op een bovenmenselijke bestemming waarvan geloofd wordt dat deze de verzoeken in kan willigen. Deze actie, die door de liturgische handboeken in Scientology wordt aanbevolen, doet een beroep op de maker van het universum om 1) alle mensen in staat te stellen begrip over hun spirituele aard te krijgen en de maker van het universum te leren kennen, met het doel “totale vrijheid” te bereiken (wat “Een gebed voor totale vrijheid” wordt genoemd); 2) de rechten van de mens in stand te houden zodat iedereen vrijelijk kan geloven en vereren en vrij is van oorlog, armoede en noden. Het gebed eindigt met een “Amen” waar God expliciet wordt genoemd: “Laat God het zo laten zijn”.

4. Het huwelijk noch de begrafenis, die in verschillende vormen in de liturgie van Scientology voorkomen, zijn afkomstig van de theoretische behoefte van de thetan. Alleen in het naamgevingsritueel van de pasgeborene, dat dezelfde plaats inneemt als de doop in de christelijke religie, vindt men in de Scientology literatuur de functie ervan in directe relatie met de thetan.

Dit is de tekstuele rechtvaardiging voor deze rite: “De voornaamste reden van een Naamgevingsceremonie is de thetan te helpen zich te oriënteren. Hij heeft onlangs zijn nieuwe lichaam opgepikt. Hij is er zich van bewust dat het van hem is en dat hij het bestuurt. Hem is echter nooit de identiteit van zijn lichaam verteld. Hij weet dat er heel wat volwassen lichamen zijn, maar hem werd niet verteld dat er bepaalde tussen zijn die voor zijn lichaam zullen zorgen totdat hij het helemaal kan bedienen.” Deze ceremonie is, met andere woorden, het ritueel om de thetan bij zijn lichaam, zijn ouders, peetouders en de geloofsgemeenschap te introduceren.

5. In overeenstemming met haar religieuze aard kent Scientology onderscheidende symbolen – zoals het Scientology kruis, dat door de geestelijken van de kerk wordt gedragen en in de Kerken te zien is – wat meteen laat zien dat men met een religie te maken heeft.

IV. Slotoverwegingen
DOWNLOAD HET WITBOEK